Mickey Yang

Ik ga op reis en neem mee...

Véronique Hoedemakers

Er staat een bijzonder gezelschap op de foto waar ik naar kijk. Ik zie uitsluitend vrouwen. West-Europese vrouwen en vrouwen met een (Noord) Afrikaans uiterlijk. Vrouwen in Victoriaanse kledij, de donkere hoepeljurken hoog dichtgeknoopt, de taille ingesnoerd onder een korset. Anderen, waaronder de Afrikaanse vrouwen, dragen lichtgekleurde kleding, waarschijnlijk wit. De sepia getinte foto laat mij alleen licht-donker schakeringen zien. Het zorgvuldig gecomponeerde groepsportret wordt geflankeerd door een in wit geklede witte vrouw en haar pendant, een in wit geheel gesluierde, vermoedelijk Afrikaanse vrouw.

We schrijven Algiers 1866 en ik kijk naar Alexine Tinne en haar bonte reisgezelschap. Voor deze groepsfoto koos zij vrouwen uit haar gezelschap, waaronder ook de vrouwen van de scheepslieden die Tinne had ingehuurd om per stoomboot over de Nijl te varen. Deze vrouwen had ze speciaal uit Nederland over laten komen.

De zeer gefortuneerde Alexine Tinne uit Den Haag staat inmiddels bekend als fotograaf en ontdekkingsreiziger. Zelf zag ze zich echter als toerist. Maar wel een met een voor die tijd schier onmogelijk reisdoel, namelijk de oorsprong van de Nijl te vinden. Haar karavaan bestond niet alleen uit een indrukwekkende hoeveelheid mensen en dieren, maar ook uit duizelingwekkend veel meegezeulde huisraad. Op het zachte tapijt van gevallen naalden brengt Mickey Yang op de Paltz een stukje van die karavaan weer tot leven. Verstild, en in de kleuren van Tinnes foto’s.

Wat Alexine Tinne dreef? Een groot verlangen, gevoed door wat je beeldvorming kunt noemen. Europeanen hadden onder invloed van het Oriëntalisme een geromantiseerde voorstelling van de Arabische wereld. Ook Alexine had haar beeld gevormd. Ze had landkaarten bestudeerd, reisverslagen met tekeningen en prenten verslonden en Arabisch geleerd. Nog voor haar expeditie naar de Nijl schreef ze in een brief: ‘Ik ben vanmorgen in een woeste stemming. Ik heb een brede Arabische ceintuur om gedaan en ik voel mij helemaal een kind van de woestijn.’

Onze eigen identiteit, de West-Europese blik die zo lang domineerde (eindelijk verschuift in de kunst de focus naar andere werelddelen), massacultuur, het collectieve geheugen. Het vormt ons beeld. Of eigenlijk, ons begrip. Zo denken we soms al te weten wat we zien als we nog maar met een half oog gekeken hebben. Het is die op allerlei manieren cultureel geladen blik die Mickey Yang fascineert. Die haar soms tegenwerkt, maar die ze in haar werk uitdaagt. 

Als kind van Chinees-Singaporese ouders en opgegroeid in Nederland, bevindt Mickey zich tussen culturen. Ze groeide op zonder moedertaal. De taal die zij met haar ouders deelt bestaat uit een collage van gebrekkig Nederlands en evenzo gebrekkig Chinees, aangevuld met gebaren en afbeeldingen. Geen wonder dat de lenige taal van de beeldende kunst haar ontroerde. Ze wil zich onderdompelen in beeldtaal die niet van haar is, maar waarin ze wel de blik van de westerse kijker herkent.

Toen Mickey Alexine Tinne op het spoor kwam, raakte diens verhaal haar ook persoonlijk. Ze bleek op weg naar haar atelier al jaren in haar voetsporen te lopen, want het deftige woonhuis aan het Lange Voorhout ligt vlak achter Mickey’s atelier. Deze vrouw, die toen ze stierf ongeveer zo oud was als Mickey nu, hield net als zij van reizen, van opgaan in andere culturen om zich non-stop te verwonderen.

Ook de totaalinstallaties van Mickey laten die onverzadigbaarheid zien. Op de Paltz ging ze – hoogzwanger – door totdat al het materiaal op was. De kisten, huisraad, slagtanden, een jasje, de in die tijd nog maar tot de hals uitgegraven Sfinx, ze maken de mythische volksverhuizing en ontdekkingsreis voelbaar. Spullen die we meteen herkennen maar waar we door het gebrek aan detaillering en kleur onze eigen betekenis aan kunnen geven. Of wil Mickey er juist mee uitdrukken dat we aan een half beeld al genoeg denken te hebben? En dat de werkelijkheid zoveel gelaagder, ingewikkelder en verrassender is, als we het maar zouden zien?

Kunstenaar Roy Villevoye veroorzaakte zonder vooropgezette bedoeling een verrassende wending in de Asmat cultuur, de oorspronkelijke bevolking van Papoea-Nieuw-Guinea. Bij wijze van cadeau introduceerde hij het T-shirt bij de Asmat die hij bezocht, dat zij vervolgens op hun eigen manier bewerkten. Zoals zij littekens op hun huid aanbrachten, zo maakten ze scheuren, snedes, rafels in hun shirts. T-shirts werden een vervoermiddel waarbinnen culturen gingen schuiven. De ene cultuur werd overgenomen door de andere.

Ook bij Alexine Tinne gaat mijn beeldvorming schuiven. Want het meest opvallend aan de groepsfoto is dat er geen enkel spoor te zien is van rangen, standen, kolonialisme of slavernij. Plaats en houding van de vrouwen binnen de groep lijken bepaald door artistieke, compositorische overwegingen. Ongeacht leeftijd en afkomst kijken de vrouwen zelfbewust in de camera. Als gelijken.

Zoals Tinne een aardverschuivinkje teweegbracht, zo is nu mijn beeld van de 19e -eeuwse aristocratie verschoven. En dankzij Mickey voelbaar gemaakt.

Mede mogelijk gemaakt door:



Volg PaltzBiënnale